Werkvorm: Betekenis geven

Deze methode is bedoeld om bij een ingebrachte situatie de persoonlijke en professionele betekenis ervan te onderzoeken. Het doel is niet primair het vinden van een pasklare oplossing, maar het verdiepen van begrip, het verkennen van perspectieven en het vergroten van handelingsvrijheid vanuit een verrijkte betekenis.

Belangrijke Uitgangspunten:

  • Veiligheid en Vertrouwen: Er is een veilige sfeer nodig waarin openheid en kwetsbaarheid mogelijk zijn.
  • Nieuwsgierigheid: De groepsleden stellen zich oordeelloos en nieuwsgierig op naar de beleving en betekenisgeving van de inbrenger.
  • Meerdere Perspectieven: Er wordt erkend dat er verschillende manieren zijn om naar een situatie te kijken en betekenis te verlenen.
  • Reflectie: De methode nodigt uit tot diepgaande zelfreflectie bij de inbrenger en de groepsleden.

Rollen binnen de Intervisie:

  • Inbrenger: Degene die de situatie deelt en bereid is tot zelfreflectie.
  • Procesbegeleider (optioneel): Zorgt dat het proces goed verloopt en bewaakt de tijd en de focus op betekenisgeving. Kan per keer rouleren.
  • Groepsleden: Luisteren actief, stellen verdiepende vragen gericht op betekenisgeving en delen hun reflecties en perspectieven (geen ongevraagd advies!).
  • Tijdsbewaker: Houdt de tijd in de gaten.

De Werkwijze (Stappenplan):

Trek voldoende tijd uit voor deze methode, minimaal 60-75 minuten per casus, afhankelijk van de groepsgrootte en de complexiteit van de situatie.

Bereid je voor door mijn blog over betekenisgeving te lezen. In deze blog wordt uitgelegd wat betekenisgeving is en op welke manier het tot stand komt. Tot slot lees je hoe betekenisgeving je gedrag beïnvloedt. Klik HIER om deze blog te lezen.

Stap 1: Introductie van de Situatie (± 5-10 minuten)

  • Inbrenger: Beschrijft kort de feitelijke probleemsituatie. Houd het bij de kern en de meest relevante gebeurtenissen. Geef aan waarom je juist deze situatie wilt inbrengen en wat de situatie met je doet.
  • Groepsleden: Luisteren aandachtig. Stellen uitsluitend verhelderende vragen om het feitelijke beeld van de situatie helder te krijgen. Focus op W-vragen: Wie, Wat, Waar, Wanneer.

Stap 2: Eerste Verkenning van Betekenis (± 15-20 minuten)

  • Gespreksleider/Groepsleden: Helpen de inbrenger om de eigen betekenisgeving van de situatie te exploreren. Dit is de kernfase voor het ontsluiten van de initiële betekenis.
    • Kernvragen voor de inbrenger:
      • "Welke gedachten en gevoelens roept deze situatie bij je op?"
      • "Wat maakt dat deze situatie voor jou een probleem is?"
      • "Welke waarden of overtuigingen van jezelf worden hier geraakt?"
      • "Wat zegt deze situatie over jou, jouw rol, of jouw functioneren in deze context, volgens jouw eerste indruk?"
      • "Welke eerdere ervaringen komen bij je op die lijken op deze situatie, en wat betekent dat voor jou?"
      • "Als je deze situatie een titel zou geven, welke zou dat dan zijn en waarom?"
  • Inbrenger: Deelt zijn/haar gedachten, gevoelens en eerste interpretaties.
  • Groepsleden: Luisteren actief en stellen verdiepende vragen die de inbrenger helpen zijn/haar eigen betekenis verder te ontvouwen. Geen interpretaties vanuit de groep op dit moment.

Stap 3: Reflectie van de Groep op de Situatie en Betekenisgeving (± 15-20 minuten - kan in 'Roddelmethode' stijl)

  • Inbrenger: Is stil en luistert.
  • Groepsleden: Delen onderling hun reflecties op de ingebrachte situatie en de betekenisgeving van de inbrenger. Ze spreken over de inbrenger (alsof deze er niet is, vandaar de link met de Roddelmethode, maar dan gericht op betekenis en reflectie). Het doel is om de inbrenger vanuit verschillende invalshoeken reflecties en mogelijke andere betekenissen aan te bieden.
    • Suggesties voor reflecties/vragen van de groepsleden:
      • "Wat mij raakt in dit verhaal is..."
      • "Ik hoor de inbrenger zeggen/voelen dat... en dat doet me denken aan..."
      • "Een andere manier om hier naar te kijken zou kunnen zijn..." (voorzichtig geformuleerd als een mogelijkheid)
      • "Als ik dit hoor, vraag ik me af of het ook te maken kan hebben met [een breder thema, bijv. controle, erkenning, onzekerheid]..."
      • "Wat zou er gebeuren als de inbrenger deze situatie vanuit een heel ander perspectief bekijkt, bijvoorbeeld dat van [een andere betrokkene]?"
      • "Welke (professionele) waarden lijken hier in het geding te zijn, zowel voor de inbrenger als in de situatie zelf?"
      • "Welke 'blinde vlekken' of aannames zouden hier een rol kunnen spelen in de betekenisgeving van de inbrenger?"
  • Gespreksleider (indien aanwezig): Zorgt ervoor dat de reflecties respectvol en gericht op betekenisgeving blijven, niet afglijden naar probleemoplossing of ongevraagd advies.

Stap 4: Inzichten en Nieuwe Betekenissen voor de Inbrenger (± 10-15 minuten)

  • Inbrenger: Reageert op wat hij/zij gehoord heeft van de groep. Deelt welke reflecties of perspectieven nieuwe inzichten hebben gegeven of de eigen betekenisgeving hebben verrijkt of uitgedaagd.
    • Kernvragen voor de inbrenger:
      • "Wat van wat je gehoord hebt, raakt je of zet je aan het denken?"
      • "Welke nieuwe betekenissen of perspectieven ontdek je voor jezelf in deze situatie?"
      • "Hoe voelt het om vanuit deze nieuwe betekenis naar de situatie te kijken?"
      • "Wat betekent deze verruimde blik voor hoe je naar jezelf kijkt in deze situatie?"
  • Groepsleden: Luisteren en stellen eventueel verhelderende vragen over de inzichten van de inbrenger.

Stap 5: Vertaling naar de Praktijk (± 5-10 minuten)

  • Inbrenger: Formuleert welke kleine, concrete stap of welk voornemen voortkomt uit de verruimde betekenisgeving. Dit hoeft geen directe oplossing te zijn, maar een actie die past bij het verdiepte inzicht.
    • Mogelijke vragen:
      • "Als je vanuit deze nieuwe betekenis een kleine stap zou zetten, wat zou die stap dan zijn?"
      • "Wat ga je anders doen of waar ga je bewuster op letten naar aanleiding van deze intervisie?"
      • "Welk experiment zou je willen doen om deze nieuwe betekenis te verkennen in de praktijk?"
  • Groepsleden: Luisteren en geven eventueel een bemoedigend woord of waardering voor de stap die de inbrenger wil zetten.

Stap 6: Afronding (± 5 minuten)

  • Gezamenlijke reflectie: Wat heeft deze intervisie de groepsleden als geheel gebracht op het gebied van betekenisgeving of inzicht in vergelijkbare situaties? Wat nemen jullie mee?
  • Afsluiting: Bedank elkaar voor de openheid en bijdragen.

Aandachtspunten:

  • Rol van de Procesbegeleider: Bij deze methode is een goede procesbegeleiding cruciaal om de focus op betekenisgeving te behouden en te voorkomen dat er te snel naar oplossingen wordt gesprongen.
  • Oefening: Het verdiepen op betekenisgeving vraagt oefening, zowel voor de inbrenger als voor de groepsleden in het stellen van de juiste vragen en het geven van reflecties.
  • Niet voor elk probleem: Deze methode is bijzonder geschikt voor complexe situaties die raken aan persoonlijke waarden, professionele identiteit, of waarbij er sprake is van ambiguïteit of tegenstrijdige belangen. Voor puur praktische of technische problemen is een andere intervisiemethode wellicht geschikter.

Door deze stappen te volgen, kun je als intervisiegroep op een waardevolle manier stilstaan bij de diepere betekenis van professionele uitdagingen, wat leidt tot meer inzicht, zelfbewustzijn en potentieel nieuwe manieren om met soortgelijke situaties om te gaan.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.